SV | Maar Jeremia sprak tot al de vorsten en tot al het volk, zeggende: De HEERE heeft mij gezonden, om tegen dit huis en tegen deze stad te profeteren al de woorden, die gij gehoord hebt; |
WLC | וַיֹּ֤אמֶר יִרְמְיָ֙הוּ֙ אֶל־כָּל־הַשָּׂרִ֔ים וְאֶל־כָּל־הָעָ֖ם לֵאמֹ֑ר יְהוָ֣ה שְׁלָחַ֗נִי לְהִנָּבֵ֞א אֶל־הַבַּ֤יִת הַזֶּה֙ וְאֶל־הָעִ֣יר הַזֹּ֔את אֵ֥ת כָּל־הַדְּבָרִ֖ים אֲשֶׁ֥ר שְׁמַעְתֶּֽם׃ |
Trans. | wayyō’mer yirəməyâû ’el-kāl-haśśārîm wə’el-kāl-hā‘ām lē’mōr JHWH šəlāḥanî ləhinnāḇē’ ’el-habayiṯ hazzeh wə’el-hā‘îr hazzō’ṯ ’ēṯ kāl-hadəḇārîm ’ăšer šəma‘ətem: |
Maar Jeremia sprak tot al de vorsten en tot al het volk, zeggende: De HEERE heeft mij gezonden, om tegen dit huis en tegen deze stad te profeteren al de woorden, die gij gehoord hebt;
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
Maar Jeremia sprak tot al de vorsten en tot al het volk, zeggende: De HEERE heeft mij gezonden, om tegen dit huis en tegen deze stad te profeteren al de woorden, die gij gehoord hebt;
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!